Kadernota 2021-2024

Financiën

Ontwikkeling schuldpositie en rente

Inleiding
De raad heeft bij de vaststelling van de begroting 2020  een motie aangenomen waarmee hij het college verzocht bij de kadernota 2021 een plan van aanpak voor te leggen om in de periode van 2021 tot en met 2030 de financiële schuld van de gemeente af te bouwen en inzicht te geven in de financiële positie. Uitgangspunt hierbij is de (netto) schuldquote zoals gedefinieerd in het BBV:

De netto schuldquote is: ﷐(schulden −  financiële activa)/﷮baten in EUR (excl. mutaties reserves).﷯

Er zijn 3 gradaties voor de netto schuldquote:

Netto schuldquote

beoordeling

<100%

Normaal

100-130%

Verhoogd risico

> 130%

Hoog risico


De signaalwaarde voor de netto schuldquote bedraagt 130%. Bij een overschrijding van deze signaalwaarde is sprake van een relatief hoge schuldendruk (Bron:  handleiding-houdbaarheidstest-gemeentefinancien-2019 paragraaf 4).

Een hoge netto schuldquote hoeft op zichzelf geen probleem te zijn. Of dat het geval is valt niet direct af te leiden uit de netto schuldquote zelf, maar hangt af van meerdere factoren.

Geld lenen kost geld: een relatief hoge schuldenlast drukt op de begroting van de gemeente met een relatief hoge rentelast, waardoor er minder ruimte is voor andere uitgaven.

Financiering
De financieringsbehoefte van de gemeente ontstaat indien uitgaven hoger zijn dan de inkomsten in een jaar. Deze behoefte kan worden gedekt door gebruik van eigen financiële middelen of door het aantrekken van leningen. Het aangaan van schulden kan bewust beleid zijn, bijvoorbeeld als er voldoende eigen middelen zijn maar de rente laag is, of een noodzaak als er onvoldoende eigen middelen (vrij) beschikbaar zijn.

Ontwikkeling netto schuldquote
De (geprognosticeerde) ontwikkeling van de netto schuldquote is:

Kengetal

Realisatie

Realisatie

Begroting

Begroting

Begroting

Begroting

Begroting

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

128,6%

122,9%

126,7%

138,7%

143,1%

146,7%

150,7%

Bij benadering kan gesteld worden dat voor de gemeente 1% verlaging van de schuldquote wordt bereikt door € 1 miljoen minder schuld.

Afbouw schulden
Om de gewenste afbouw van schulden te realiseren zijn via beleid en beleidskeuzen de volgende mogelijkheden te geven:

via exploitatie

voorbeelden

Verlagen van uitgaven

  • Eigen kostenbudgetten
  • Bijdragen aan verbonden partijen
  • Regionale aanbesteding van werken, diensten en leveringen

Verhogen van inkomsten

  • EU – of NL-subsidies
  • Lokale belastingen
  • Inkomsten gemeentefonds

via (des)investeringen

verkoop activa

Bedrijfsgebouwen

Investeringsstop

Herzien en opschonen MIP

via alternatieve financiering

Co-financiering

Infrastructurele projecten met andere overheidsinstanties

Lease of huur

Machines, wagenpark

Context
Om realistisch en succesvol te werken aan schuldafbouw moet ook rekening worden gehouden met de volgende omstandigheden:

  • de wens en noodzaak om te investeren om maatschappelijke doelstellingen te realiseren,
  • het inzicht dat met de maatschappelijke en lokale ontwikkelingen van de laatste jaren, waaronder:
    • de decentralisaties waaronder het sociaal domein
    • de invoering van de omgevingswet
    • de benodigde uitgaven aan onderhoud kapitaalgoederen (openbare ruimte)

in combinatie met de relatief lage inkomsten uit het gemeentefonds, de gemeente niet in staat is geweest structureel een positief rekeningresultaat te realiseren.

  • de Corona-uitbraak en gevolgen hiervan voor de financiële positie van de gemeente.

Schuldafbouw heeft een relatie met bovenstaande omstandigheden en kan alleen goed gerealiseerd worden als de mogelijkheden worden bekeken in samenhang met deze omstandigheden en gevolgen, in plaats van op zichzelf staand.

Plan van aanpak schuldafbouw
Het plan van aanpak bestaat uit de volgende fases:

  1. Ontwikkelen van een visie en hiervan afleiden van een visie op schulden en schuldenbeheer.
  2. Het formuleren van beleids- en selectiecriteria waaraan een mogelijkheid tot schuldafbouw moet voldoen om in aanmerking te komen voor uitvoering. Bijvoorbeeld afstoten van niet-wettelijke taken.
  3. Het inventariseren van concrete mogelijkheden gebaseerd op bovenstaande tabel die voldoen aan de criteria onder 2.
  4. Het voorstellen van maatregelen tot schuldafbouw inclusief een uitvoeringsplan.
  5. Het uitvoeren van de vastgestelde maatregelen.

Fase 1 t/m 3 kunnen in de 2e helft van 2020 worden gestart mits hiervoor voldoende capaciteit wordt georganiseerd en dit in samenhang wordt gedaan met de gemeentebrede herziening van taken om te komen tot een duurzaam robuust financieel beleid. Het college moet daarvoor wel afwegingen in capaciteit maken. Fase 4 en 5 kunnen daarna in 2021 worden opgestart en uitgevoerd.

Deze pagina is gebouwd op 08/07/2020 14:50:55 met de export van 06/23/2020 11:34:18