Alle geraamde bedragen in deze kadernota zijn vanuit het algemene uitgangspunt 'Reëel begroten' en de specifieke beleidslijnen van de raad tot stand gekomen (bijlage 1 - technische uitgangspunten).
Als eerste vindt u hieronder een tabel met de uitkomst van het financieel meerjarenperspectief van deze kadernota. Vervolgens wordt uiteengezet hoe dit meerjarig saldo tot stand is gekomen.
Het financieel meerjarenperspectief heeft een aanzienlijk negatief saldo. Gemeente Utrechtse Heuvelrug is hier niet uniek in. Wanneer het Rijk geen aanvullende middelen ter beschikking stelt, zullen moeilijke keuzes gemaakt moeten worden om tot een sluitende begroting te komen.
Structureel (materieel) financieel meerjarenperspectief
Voor een financieel gezonde huishouding is van belang dat de begroting structureel en materieel in evenwicht (sluitend) is. De provinciaal toezichthouder toetst op het structureel sluitend zijn van de begroting en beoordeelt of de geraamde bedragen 'volledig, realistisch en haalbaar' zijn.
Een structureel sluitende begroting betekent dat 'structurele lasten gedekt moeten zijn door 'structurele baten'. Hieruit volgt de verplichting om het meerjarig begrotingssaldo (tabel 1, regel 1) te corrigeren met het effect van de incidentele baten en lasten (regel 2).
Tabel 1 toont het actuele financiële meerjarenperspectief inclusief alle mutaties uit de kadernota.
Tabel 1 | ||||||||||
(Bedragen x € 1.000; + = voordeel / - = nadeel) | ||||||||||
Saldo beleidsarme kadernota 2021 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | ||||||
1 | Financieel meerjarenperspectief | -2.813 | N | -3.428 | N | -2.610 | N | -2.605 | N | |
2 | Incidentele effecten | € 748 | V | € 307 | V | € 66 | V | € -1 | N | |
3 | Financieel meerjarenperspectief materieel | -2.065 | N | -3.121 | N | -2.545 | N | -2.606 | N |
Regel 1 laat het meerjarig begrotingssaldo zien dat volgt uit alle ontwikkelingen die in deze kadernota staan. Grofweg wordt dit negatieve saldo veroorzaakt door een negatief effect vanuit de 1e bestuursrapportage (€ 0,5 miljoen), jaarlijkse actualisaties inclusief verbonden partijen (€ 1 miljoen) en overige ontwikkelingen (€ 1,9 miljoen). De volledige opbouw van het saldo staat in tabel 2.
Na correctie van het meerjarig begrotingssaldo voor de incidentele effecten (regel 2) volgt het structureel (materieel) financieel meerjarenperspectief op regel 3. De provincie beoordeelt de begroting op basis van dit saldo; wanneer dit saldo 'nihil' of positief is, is er vanuit het aspect van de toezichthouder sprake van een materieel sluitende begroting.
Het incidentele effect (regel 2) is het voorlopige saldo van alle incidentele baten en lasten in de begroting en bevat o.a. reservemutaties en eenmalig of tijdelijk beleid, bijvoorbeeld implementatiekosten of projectkosten. In het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) is voorgeschreven welke posten hieronder opgenomen moeten worden. In de begroting 2021-2024 wordt het incidentele effect per programma in baten en lasten uitgesplitst en toegelicht.